Als je goed hebt beschreven wie er in je onderzoeksgroep zitten en ook welke meetinstrumenten je wilt gebruiken, ga je beschrijven hoe je gegevens in jouw onderzoek wilt gaan analyseren. Bij het bepalen van analysemethodes speelt het type gegevens een belangrijke rol. Doorgaans gebruik je andere methodes wanneer je kwantitatieve gegevens analyseert dan wanneer je kwalitatieve gegevens analyseert. Het is vooral belangrijk dat jouw gekozen analysemethode geschikt is om jouw onderzoeksvraag te beantwoorden. Een voorbeeld. Stel je voor dat je wilt onderzoeken of jouw leerlingen sneller gaan rennen op de 400 meter wanneer je wekelijks in de gymles oefent op deze afstand. Het meest logisch is dan om te kijken of gemiddelde snelheid verbetert over tijd. Maar hoe analyseer je dit nu precies? In dit geval is het waarschijnlijk handig om de gemiddelde snelheid van jouw leerlingen op de 400 meter te meten 1) net voor je jouw gymlessen gaat doorvoeren en 2) net nadat je jouw gymlessen hebt afgerond. Het verschil in gemiddelde snelheid tussen voor- en nameting is bij een goed ontworpen studie dan het resultaat van jouw gymlessen. Dit lijkt waarschijnlijk best logisch, maar soms moet je goed nadenken over hoe je een analyse moet aanpakken! Als je eenmaal duidelijk hebt welke gegevens je wilt analyseren en hoe je dit wilt doen is het zaak om dit goed te beschrijven zodat het onderzoek door andere docenten op waarde kan worden geschat.
Kwantitatieve gegevens
Als je gebruik maakt van kwantitatieve meetinstrumenten levert dit kwantitatieve gegevens op. Zoals eerder gezegd moet je voor LO dan vooral denken aan biometrische maten en gegevens uit vragenlijsten. Bedenk met jouw onderzoeksvraag in je achterhoofd hoe je deze gegevens wilt analyseren en verwerken. Hoe kan je in jouw geval antwoord geven op de onderzoeksvraag? Stel je daarbij de volgende vragen:
- Wat wil ik berekenen? Denk dan aan de volgende maten: gemiddelde, mediaan, modus, standaarddeviatie en effectgrootte.
- Hoe wil ik deze gegevens inzetten? Wil ik alleen beschrijven of ook vergelijken?
Kwalitatieve gegevens
Als je gebruik maakt van kwalitatieve meetinstrumenten levert dit kwalitatieve gegevens op. Zoals eerder gezegd zal dit bij LO veelal bestaan uit interviews. Ook hier zul je met jouw onderzoeksvraag in je achterhoofd moeten bedenken hoe je deze gegevens wilt analyseren en hoe deze analyse antwoord kan geven op jouw onderzoeksvraag. Bedenk je bij kwalitatieve gegevens:
- Als je interviews gaat analyseren gebruik je dan een codeerschema? Zoja, waar is deze dan op gebaseerd?
- Hoe ga je subjectiviteit (zoveel mogelijk) vermijden in de analyse?
Mixed-methods
Soms wil je tegelijkertijd kwalitatieve en kwantitatieve gegevens analyseren als de onderzoeksvraag zich hier voor leent. Je doet dan een zogenoemde mixed-methods analyse. Stel je voor dat je wilt weten of leerlingen gemotiveerder raken door lessen met positieve coaching dan door lessen zonder positieve coaching. Je zou dit kunnen meten met een kwantitatieve vragenlijst. Misschien wil je ook weten waarom de lijst motiverend werkt of juist niet? Dan kun je bijvoorbeeld een interview afnemen, een kwalitatief instrument. Het is dan heel belangrijk dat je nadenkt over de rol die de losse instrumenten in het geheel hebben. Want wanneer neem je het interview af? Voor of na de vragenlijst? Gebruik je resultaten van de vragenlijst voor het interview? Als je al weet uit de vragenlijst dat de motivatie is gedaald, gebruik je dit dan in het interview? Het is dus belangrijk dat je van te voren een plan maakt van welke instrumenten je gebruikt en hoe je de verkregen gegevens dan analyseert.
Ethische aspecten
Houd bij het uitwerken van je onderzoeksplan ook de ethische kant van het verhaal goed in het oog. Hier lees je welke ethische aandachtspunten in dit stadium van belang zijn.