Aanleiding
Verkenningp
Onderzoeksvragen
Onderzoeksopzet
Gegevensverzameling
Analyse
Discussie
Presentatie & Implementatie

De onderzoekende docent LO

Waarom moet ik als leraar LO onderzoek doen en dus beschikken over onderzoeksvaardigheden?

De onderzoekscyclus

middle-reuse
1. Aanleiding
2. Verkenning
3. Onderzoeksvragen
4. Onderzoeksopzet
5. Gegevensverzameling
6. Analyse
7. Discussie
8. Presentatie & Implementatie

Welk type onderzoek ga jij doen?

Ontwerponderzoek Handelingsonderzoek Interventieonderzoek

De onderzoekscyclus

Aanleiding uiteenzetten
Verkennen van het onderwerp
Onderzoeksvragen formuleren
Onderzoek opzetten
Gegevens verzamelen
Gegevens analyseren
Resultaten interpreteren en conclusies trekken
Inzichten implementeren en delen

Draagvlak verkennen / creëren

Download hier het format ‘Draagvlak verkennen en creëren’ Zie onder voor een uitgewerkt voorbeeld

De meeste praktijkvragen komen direct vanuit jouw eigen beroepspraktijk. Vragen die betrekking hebben op jouw pedagogisch, vakinhoudelijk en/of vakdidactisch handelen binnen de les LO. Bijvoorbeeld: ‘Hoe kan ik de betrokkenheid van mijn leerlingen uit vmbo 3 vergroten?’. Praktijkvragen kunnen zich ook richten op de gehele vakgroep LO op jouw school. Bijvoorbeeld: ‘Hoe kunnen wij het motorische leerproces van onze leerlingen ondersteunen met behulp van een Ipad?’. Of zelfs praktijkvragen die het niveau van de les LO ontstijgen en zich meer op het niveau van de school afspelen. Bijvoorbeeld: ‘Hoe kunnen wij leerlingen ook tijdens de pauzes stimuleren om te bewegen’ of  ‘Hoe kunnen wij sportverenigingen in de buurt betrekken bij het bewegingsonderwijs op onze school?’. In een enkel geval zal de praktijkvraag op een ‘hoger niveau’ liggen en je eigen gymzaal ontstijgen, zoals ‘Wat is de meest efficiënte en duurzame manier van professionalisering van leraren?’ is een praktijkvraag die betrekking heeft op de complete beroepsgroep van leraren LO. Dit soort vragen zal je als bachelor student waarschijnlijk niet snel stellen, maar stel dat je de master Sport- en Bewegingsonderwijs gaat volgen, dan zou dat wel zomaar een insteek kunnen zijn.

Ongeacht op welk niveau jouw praktijkvraag zich richt, is het verstandig om in deze fase helder te krijgen welke personen of groepen een rol spelen bij jouw praktijkvraag. Je zult het onderzoek immers niet helemaal alleen kunnen uitvoeren. Ga daarom na van wie of wat je afhankelijk bent in de zoektocht naar het antwoord op je praktijkvraag. Stel dat blijkt dat je bij het beantwoorden van bijvoorbeeld de praktijkvraag omtrent het stimuleren van bewegen tijdens de pauzes je als leraar LO geen enkele invloed kunt uitoefenen op wat er in de pauzes gebeurt, omdat de conciërges het op die momenten volledig voor het zeggen hebben en ze niet willen luisteren naar zo’n ‘sportstudentje die het allemaal beter weet….’, dan is het de vraag of je daar wel aan moet beginnen. Er is dan geen of weinig draagvlak en de kans is groot dat je vastloopt tijdens je onderzoek. Je kunt dan op zoek gaan naar een andere praktijkvraag, maar je zou ook een poging kunnen doen om juist draagvlak te creëren onder de conciërges. Wellicht kun je hen laten inzien wat de meerwaarde is van je praktijkvraag en hen enthousiasmeren om jou de ruimte te geven voor je onderzoek. Een goede fles wijn doet vaak al wonderen….

Verken in deze fase van je onderzoek dus in hoeverre er draagvlak aanwezig is en probeer daar waar nodig draagvlak te creëren.

1. Wie of wat spelen een rol bij het beantwoorden van mijn praktijkvraag?

2. Welke kansen en belemmeringen voorzie ik in mijn zoektocht?

3. Hoe groot is het draagvlak voor het beantwoorden van mijn praktijkvraag?

4. Wat kan ik doen om draagvlak te creëren of te vergroten?

Hieronder vind je een uitgewerkt voorbeeld van de verkenning van Danique.

1. Wie of wat spelen een rol bij het beantwoorden van mijn praktijkvraag?

Naar aanleiding van de workshop turnen op de Thomas Oriëntatiedag ben ik (Danique) erg nieuwsgierig geworden naar de toepasbaarheid en effectiviteit van een aantal principes van motorische leren binnen mijn lessen LO op de basisschool ‘De Duikelaer’. In de zoektocht naar het antwoord op mijn praktijkvraag ben ik in principe van niemand afhankelijk. Ik moet er alleen voor zorgen dat ik voldoende tijd reserveer om me serieus verder te gaan verdiepen in de motorische leertheorieën en de tools die ik tijdens de workshop heb meegekregen te vertalen naar mijn doelgroep. Daarnaast moet ik gaan bepalen bij welke leerlingen ik het e.e.a. ga toepassen. Het zou wel handig zijn als ik Rob, mijn stagiaire voor dit schooljaar, ga betrekken in mijn zoektocht. Ik zal hem eens vragen.

2. Welke kansen en belemmeringen voorzie ik in mijn zoektocht?

Ik voorzie op dit moment geen belemmeringen. Ik besef dat ik een investering zal moeten maken in mijn eigen tijd, maar heb dit er graag voor over. Door mijn stagiair Rob te betrekken in deze zoektocht, kunnen we wellicht een aantal zaken samen oppakken en taken verdelen. De inzichten die ik opdoe tijdens de zoektocht naar antwoorden op mijn praktijkvraag kan ik waarschijnlijk ook gaan toepassen bij andere beweegactiviteiten dan turnen. Het gehele bewegingsonderwijs op mijn basisschool kan ik daarmee mogelijk een kwaliteitsimpuls geven. Ik ben zelf ook wel weer toe aan een nieuwe inhoudelijke uitdaging. Ik doe al te lang hetzelfde, waarbij ik te weinig op zoek ga naar nog betere/ effectievere aanpakken.

3. Hoe groot is het draagvlak voor het beantwoorden van mijn praktijkvraag?

Ik vind het zelf enorm belangrijk dat ik mijn leerlingen zo goed mogelijk leer bewegen. Dat mijn leerlingen veelvuldig succesvolle ervaringen op kunnen doen en daarmee gemotiveerd blijven of worden voor bewegen en sport. Als ik dus aanpassingen in mijn bewegingsonderwijs kan maken die meer of beter bijdragen aan deze doelen, dan is me daar alles aan gelegen. Dat ik daarvoor een paar avonden per week wat extra werk heb, vind ik niet erg.

Mijn directeur heeft veel vertrouwen in mij en geeft mij alle vrijheid en steun om de kwaliteit van het bewegingsonderwijs op onze basisschool te verbeteren. Zij zal mijn initiatief alleen maar toejuichen.

Ik heb Rob inmiddels gesproken en hij is ook erg enthousiast om samen met mij te kijken naar de toepassingsmogelijkheden van motorische leerprincipes binnen de turnactiviteiten op onze basisschool.

4. Wat kan ik doen om draagvlak te creëren of te vergroten?

In principe is dit niet echt nodig. Maar om de groepsleerkrachten en de ouders op de hoogte te houden van mijn onderzoek, ga ik de komende tijd structureel een kort verslagje laten opnemen in onze schoolkrant. Daarmee laat ik dan meteen zien dat we ons vakgebied serieus nemen en dat we voortdurend werken aan het verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs.