Aangepast uit: data-literacy.geckoboard.com
Groepsjoemelen. Groepen zo indelen dat er een ‘gunstige’ uitkomst uit je onderzoek komt. Groepen hoor je vooraf in te delen, op een neutrale manier. Niet op een manier waardoor je verwacht dat er een door jou gewenste uitkomst uitkomt.
Selectie bias. Conclusies trekken voor een grotere groep, op basis van gegevens die niet representatief zijn voor die groep.
Wanneer je aan alle leerlingen die meedoen aan een buitenschools sportprogramma vraagt welke sporten ze leuk vinden, dan weet je niet wat de leerlingen die tot nu toe niét meededen leuk vinden.
Hawthorne effect. Ook wel bekend als het observatie-effect. Wanneer het onderzoeken van mensen hun gedrag beïnvloedt. Als je bijvoorbeeld tegen een docent zegt dat je zijn les observeert om te kijken in hoeverre hij positief communiceert, heb je kans dat deze spontaan meer complimentjes aan leerlingen gaat geven.
McNamara denkfout. Je zo blindstaren op (kwantitatieve) gegevens, dat je het grotere geheel uit het oog verliest. Zoals een gymleraar die concludeert dat het goed gaat met zijn lessen omdat de cijfers van de leerlingen beter zijn dan vorig jaar, terwijl er elke les een paar huilend van ellende de zaal uitlopen.